De liefste verlangens luisteren het nauwst. Soms zijn de verlangens die je gewend bent te kennen zó groot, dat ze het zicht op de kleintjes ontnemen.
Het beheren van verlangens vergelijk ik graag als het beheren van een groot gezin: alle kinderen bewegen zelfstandig, maar soms raakt er eentje verloren. Die functioneert dan nog wel braaf mee, maar het plezier van het samenwerken zit er niet meer in. De levenslust raakt er een beetje uit. Het is een beetje doodgedaan. Stomgeslagen.
Dat doet iets in de sfeer van het hele gezin. Het draait op halve kracht, het moet energie putten uit de overige gezinsleden, die vast komen te zitten in hun rollen, in conflict raken om nog ergens vuur te vinden.
Zo is het op zoek gaan naar het verborgen verlangen de zoektocht naar een verborgen energiebron. En merk je dat een verlangen z’n plezier kwijt is, als er een stoornis in je energiehuishouding optreedt: burn-out raken, een kort lontje hebben, conflicten krijgen, neergedrukt worden door de zwaarte van het leven, machteloosheid voelen…
Gereedschappen bij het vinden van Verborgen Verlangens: massages, het woordenboek der Verborgen Verlangens. En kennis van Het Verstaan.
Uit een brief aan Els:
“Mijn werkgebied is niet de verlangens die vragen om vervulling. Niet de verlangens die schrijnen als ze niet vervuld worden. Niet de verlangens die je kunt formuleren, zodat je aan hun vervulling kunt werken of het universum er om vragen of iemand anders.
Mijn werkgebied is de verlangens die zich bewijzen, omdat ze – ondanks uitdrukkelijk niet-streven naar vervulling – tóch hun moment van vervulling krijgen.
Dat vergt dus geen vooruit kijken. Het vergt achteruit kijken naar wat waar geworden is. Dat is waarom ik altijd vraag naar wat er precies is voorgevallen. Welke woorden zijn gezegd. Welke daden zijn gedaan.
Het zijn de verlangens waar mensen een verwrongen beeld van hebben gekregen, in de loop van hun leven. Omdat het vormgeven van het verlangen niet zuiver is vóórgedaan. Omdat degenen die het vóór deden hem niet hebben kunnen dragen. Niet vól hebben kunnen dragen.
Het gaat over punten – momenten – die zijn losgeslagen, en zich opnieuw verlangen tot lijnen. Doordat jij de verbindende waarnemer bent.
Het gaat over dingen, waar jíj de unieke vorm voor mag uitkiezen. Omdat het nou eenmaal in het leven bestaat en omdat niemand bij machte was om je het goede voorbeeld te geven. Altijd schoorvoetend. Altijd tegen de weerstand in.
En altijd wakker. Omdat het uiterst noodzakelijk is en blijft om alle details te zien. Zodat je weet waar het nog puurder kan. Nóg meer zoals jíj het kan dragen. Als unieke vertegenwoordiger van de lijn. Omdat de verlangde lijn, eenmaal verbonden in zijn elementen, je helpt mee dragen.
Ik vond in onze correspondentie weer het moment dat the Happy Child van de muur viel. En hoe ik, op het moment dat je het me schreef, ineens weer wist dat ik verder kon op de lijn van het verhaal van m’n broers en zussen. Hoe ik jarenlang niet wist hoe ik thuis gekomen was en dat ik dat op dat moment ineens kon zien. Het kwam niet doordat je het schreef, maar het viel samen met het moment dat je het schreef.
Ik dans weer op lijnen…”