Vanaf 1982 woonde ik in een doodlopende straat. In de luwte gehouden en van zon verstoken door een metershoog gebouw.
Met gretigheid krijgend wat uit zichzelf niet stoppen kon.
Sinds november 2015 is het grote gebouwencomplex gesloopt. Ik kreeg eindelijk zicht op een kant van m’n huis die ik was gaan vermoeden, maar nog nooit zo open had gezien.
Daar pasten de woorden op, die ik uit de vaart van mijn krijgerschap had gesmeed.
hoe ik bang ben
nooit meer hoef ik nu te vechten
voor het recht
om bang te zijn
alles wat mij ooit wou slechten
bracht mij echt
en kreeg mij klein
kleiner dan ik ooit kon denken
fijner nog:
mijn element
waarin ik mij weer weg kan schenken
neergelegd
voor wie ik ben
hoe ik blij ben
altijd kan ik het weer vinden
wat in de weg van
vreugde is
ik hoef mij slechts opnieuw te binden
aan wat ik heugde
als gemis
zachter dan ik ooit kon harden
stil gebald tot
bliksemstem
waarmee ik
spinnend uit de liefste flarden
samenval
met wie ik ben
Een nieuwe vertaling van relaties en wat die met zich meebrengen.